De afgelopen weken ben ik anders gaan luisteren naar mijn lichaam. Niet door te ‘doen’. Maar door te gaan voelen. Gewoon… praktisch. Stil. Lijfelijk.
Niet: “Wat probeert mijn lichaam mij te zeggen?” Maar:
– Ben ik moe?
– Is dit teveel?
– Wil ik water, of rust?
– Wil ik überhaupt iets?
Luisteren naar je lichaam klinkt vaak als iets wat we zouden moeten doen. Alsof het een onderdeel is van een groter plan: meer in balans, meer energie, meer zelfzorg. Maar ik heb gemerkt zodra ik er een ‘plan’ van maak, is het precies dát wat me uit m’n lijf en in mijn hoofd trekt.
Het luisteren zelf is stil. Het is juist: niets ‘doen’. Het zegt niks. Het trekt niet aan je mouw. Het wacht alleen tot je eindelijk even stopt met sturen. Iedere keer dat ik een voorwaartse beweging wil maken, stop ik mezelf en leun ik juist bewust achterover.
Wat ik leerde de afgelopen weken?
Dat mijn lichaam de waarheid prima weet; beter dan mijn hoofd. Dat ik heus vaker iets voelde — en er dan overheen denderde. Dat mijn lijf grenzen aangeeft, zonder daar een PowerPoint bij te leveren. Dat ik dit heel goed heb weten te negeren. Niet even, maar jarenlang.
En dat als ik die grenzen wél eer en wél luister, m’n hele systeem ontspant. Zonder drama. Zonder poespas.
Soms voel ik het pas ná een sessie: oei, dit was nét teveel. Maar vooral probeer ik nu te voorkomen dat dit punt überhaupt bereikt wordt.
En dat is nieuw.
Voorheen voelde ik het gewoon eigenlijk níet dat iets teveel was. Moe? Kom op. Even mezelf bij elkaar rapen en gewoon aan de slag. Een kwartier later voelde ik me weer vol energie —en dan ging ik gerust nog een paar uur door. En dacht: zie je wel, niks aan de hand.
Maar wat ik niet voelde, was dat mijn lichaam steeds een beetje moest inleveren. Niet dramatisch. Geen alarmbellen. Gewoon: nét iets minder veerkracht, nét iets minder reserves, net dat kleine randje dat eraf geschaafd werd — elke keer weer. Totdat mijn lichaam uiteindelijk wél heel veel signalen begon te geven. Met een blessure hier, een ontsteking daar…
Nu gaat het anders.
Nu luister ik als m’n lijf zegt: “Niet nog een afspraak erachteraan.” Of: “Nee hoor, we gaan vanavond niet nog iets doen; we gaan in de relax.” Ik voel sneller waar de grens ligt; ik respecteer haar en zoek haar niet meer op. Niet omdat ik dat ‘moet’, maar omdat ik het wíl, omdat ik merk dat m’n hele systeem op adem komt als ik dat doe.
En dat vraagt oefening. Want mijn hoofd wilde heus vaak meer dan mijn lijf. Mijn liefde voor mensen wilde verder dan mijn energie reikt. Maar ik luister nu beter. En mijn hoofd begint nu uit zichzelf te kiezen voor het lichaam. Ik ‘hoef’ niet meer zo nodig! En dat is geen zwakte, maar pure wijsheid. En die laat zich niet meer overschreeuwen.
Als jij, net als ik voorheen, zo’n type bent dat gewend is om ‘gewoon door te gaan’… weet dan: je lichaam fluistert zachtjes tegen je. Altijd. En het zegt meestal geen ingewikkelde dingen. Het zegt zoiets als:
“Ik heb dorst.”
“Ik wil niet meer sjouwen.”
“Laat me even liggen.”
“Nee, dat gesprek hoeft nu niet.”
“Ja, dit voelt wél goed.”
“Niet daarheen.”
“Wel hierheen.”
“Stop.”
“Rust.”
“Nu.”
Meer is het niet. Als je luistert… verandert alles. Als je níet luistert, heeft dat lieve lijf uiteindelijk geen andere keus dan tegen je te gaan schreeuwen, net zolang tot je het hoort. En dan ben je verder van huis.
Heb je hier wat hulp bij nodig? Lees meer over mijn coaching. Of stuur me gewoon een bericht als je voelt: ja, dit raakt iets.